augustus 11, 2021
Artikel

‘Het gesprek aangaan over een tijd waarover we maar weinig hebben geleerd’

Ariadne Asimakopoulos over het maken van de website De Wereld van de Oost

De Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog, de koloniale tijd, de Japanse bezetting, de kampen en de Bersiap. We raken er niet over uitgesproken, nog steeds niet. Over de politieke beslissingen om soldaten in te zetten, over het lot van burgers aan verschillende zijden, over wat veteranen tijdens de strijd en ook na terugkomst over zich heen krijgen en waar ze de rest van hun leven mee moeten leven. In het lespakket dat hoort bij de film De Oost, komen verschillende verhalen aan bod over wat er met mensen gebeurt die in een oorlog belanden. Een lesprogramma dat naadloos past bij de speelfilm, maar waarbij ook enorm veel ander bronmateriaal samenkomt, waaronder gesprekken met veteranen en onderzoek vanuit alle denkbare perspectieven. Een gesprek met een en van makers van de website www.dewereldvandeoost.nl. 

‘We waren ons altijd bewust van de gevoeligheden en dat namen we mee in de keuzes die we maakten tijdens het maakproces’, zegt Ariadne Asimakopoulos, een van de makers van de website www.dewereldvandeoost.nl. ‘Net als de regisseur Jim Taihuttu daar rekening mee hield bij het maken van zijn film De Oost. Maar we vonden dat deze verhalen verteld moesten worden. Het koloniale verleden is nog steeds heel gevoelig, ook nog na zoveel jaren. Dat was al zo toen de veteraan Joop Hueting in 1969 voor het eerst openlijk sprak over oorlogsmisdaden begaan door Nederlandse militairen tijdens de politionele acties in Nederlands-Indië. En die gevoeligheid is er nog steeds.’ 

Ariadne Asimakopoulos studeerde Conflict Studies en Human Rights en is nu creatief & impact producer en redacteur van het educatieve platform De Wereld van de Oost. Wat wist jij van deze tijd? Asimakopoulos: ‘Bijzonder was dat ik met mijn studie die vooral ging over gewapende conflicten in onze tijd eigenlijk maar heel weinig wist van wat er in die tijd is gebeurd. Het koloniale verleden was mij niet goed bekend en op de middelbare school had ik er weinig over geleerd. En wat ik ervan wist was eigenlijk alleen het Nederlandse perspectief. De makers van de film, de regisseur Jim Taihuttu en toenmalig producent van De Oost Julius Ponten, hebben vanaf het begin de intentie gehad om meer verdieping bij de film De Oost te bieden zodat het publiek zich zou kunnen verdiepen in deze periode waarover in het algemeen beperkte kennis is. Voor verhalen “achter” De Oost gebaseerd is in de film weinig ruimte en zo ontstond het idee om een project te ontwikkelen waarin meerdere perspectieven de ruimte krijgen. Een team werd samengesteld en toen kwam ik aan boord.’

Wat kun je leren van conflicten met jouw kennis en ervaring? Asimakopoulos: ‘Tijdens mijn studie ging het erom wat een conflict is en hoe het ontstaat. Mijn masterscriptie ging over wat er gebeurde met soldaten in Oeganda die ooit als kindsoldaten waren geronseld en later als volwassenen ontsnapten aan het leger. Hoe gaat dat dan met het weer integreren en hoe ga je om met berechting voor daden die je als kind hebt begaan? Ik heb daar later ook een documentaire over gemaakt. Door daar lang mee bezig te zijn leer je dat dingen vaak enorm complex zijn en ook dat geen conflict hetzelfde is, maar je leert zeker ook hoe belangrijk het is om open te blijven kijken naar een onderwerp, je oordeel uit te stellen. En dat juist bij dit soort gevallen, de gevallen dus waar we het grijze gebied tussen de zogenaamde hokjes van goed/kwaad, schuld/onschuld willen onderzoeken. Door conflicten te onderzoeken leer je ook hoe je conflicten af kunt pellen om ze beter te begrijpen. Dat is waar we mensen toe willen aanzetten met De Wereld van de Oost. Zelf te gaan onderzoeken. Er zijn zo’n twee miljoen mensen die op een en of ander manier betrokken zijn bij wat er in Indonesië is gebeurd er niet het fijne van weten. Niet iedereen zal het boek Revolusi van David van Reybrouck lezen, ook deze site helpt je om je eigen mening te vormen.’

Over welke perspectieven hebben we het dan? Asimakopoulos: ‘De film heeft vooral het perspectief van een persoon, de soldaat Johan die naar Indië gaat om voor zijn land orde op zaken te stellen. Naast de hoofdpersoon leren we in de film vier andere karakters kennen die we voor De Wereld van de Oost verder hebben uitgediept. Deze karakters zijn een ingang naar historische en persoonlijke verhalen. Op de website gaat het over het perspectief van de fictieve persoon Agus, die het verhaal vertelt van de vrijheidsstrijders, over Samuel, een fictieve Molukse KNIL-soldaat, over een vrouw die in de film Gita heet en die een ingang vormt naar verhalen over de bevolking en het verhaal van het koloniale gezag, verteld door de Turk. In de film zien we hen tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog en op de website volgen we hun levens ervoor en erna. Niet alleen vertellen we over hun fictieve persoonlijke levens, maar ook van alles over de historische gebeurtenissen waarbinnen hun levens zich bewogen. Alle karakters zijn gebaseerd op de levens van echte personen, gebaseerd op jonge Indonesiërs in die tijd. Alleen De Turk is echt terug te brengen tot echt persoon, de man die we kennen als kapitein Raymond Westerling.’ 

Heb je zelf iets met een van de karakters? Asimakopoulos: ‘Wat mij bij het uitwerken van het karakter van Gita opviel is dat bij gewapende conflicten het perspectief van de vrouw vaak veel minder aandacht krijgt. Ik vind het interessant wat zo’n conflict met gewone burgers doet. Het gaat meestal over de strijd tussen soldaten en wat regeringsmensen daarover te zeggen hebben terwijl het in de meeste gevallen toch gaat over gewone mensen die het slachtoffer worden. Hoe kom je als burger uit het conflict en hoe ga je dan verder? Welke strijd en offers moeten dan gebracht worden, ook voor vrouwen. Bij vrouwen wordt dan vaak gesproken over seksueel geweld en over slachtofferschap, maar vrouwen zijn ook vaak strijders. Wat doet een conflict met zo iemand als Gita en hoe kan ze ermee verder leven? Ik kwam tijdens mijn research ook het verhaal tegen van een oude vrouw, die toen een jonge vriendin was van een soldaat die is uitgezonden. Zij staat voor het achterblijversperspectief. Zij vertelde dat er nooit aandacht is geweest voor hun verhaal. Ook niet over hoe te leven met een getraumatiseerde man. Dat is een perspectief dat je zelf kunt ontdekken.’ 

Jullie kiezen voor vijf perspectieven. Zijn er niet veel meer? Asimakopoulos: ‘Natuurlijk zijn er veel meer perspectieven dan de vijf die we hebben uitgewerkt, maar het gaat ons vooral ook om de houding die we aan de hand willen doen. Dat je dit gewapend conflict, maar ook in heel veel andere conflicten waarmee je te maken kan krijgen, vanuit verschillende perspectieven kunt bekijken en dat je door dat te doen samen verder kunt komen. Dat is de waarde van een multiperspectieve benadering. In de sociale media zie je vaak alleen het perspectief van je bubbel. Door de website kun je misschien makkelijker van het ene perspectief naar het andere overstappen, ook al zijn het maar vijf. Op basis daarvan kun je eigen perspectief creëren die gebaseerd is op vele andere.’ 

Voor wie maakten jullie de website? Asimakopoulos: ‘We merken dat er heel veel docenten zijn die heel erg hebben gewacht op dit initiatief. Maar de site is niet alleen bedoeld voor het onderwijs, het is voor iedereen die benieuwd is naar wat er is gebeurd en wat je daarvan zou kunnen leren. Doel is dat mensen zich gaan afvragen wat de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog betekent en misschien ook aan opa vragen gaan stellen over die tijd. Het gaat er ons om mensen te inspireren en voeden met kennis waarmee ze hun eigen positie kunnen bepalen. De Wereld van de Oost is dus voor iedereen bedoeld, niet alleen jongeren. Iedereen vanuit zijn of haar eigen motivatie. Tegelijkertijd is het bronmateriaal voor lesmateriaal. We hebben mooie werkvormen gemaakt waarmee de docenten aan de slag kunnen. In het VMBO is het een eindexamenonderwerp, daar kunnen ze de site gebruiken voor verdieping. Daarnaast is het te gebruiken voor derde tot zesde van Havo en Vwo en past het goed in het MBO bij het burgerschap onderwijs. Wat op dit moment de situatie is, is dat dit verhaal weinig aandacht in het curriculum krijgt. Leraren moeten er nu zelf ruimte voor maken. Als ik mijn inbox mag geloven is daar veel behoefte aan in het middelbare onderwijs.’ 

Wat hopen jullie te bereiken in het onderwijs? Asimakopoulos: ‘We hopen dat we met de website de komende jaren relevant blijven in het lesmateriaal. Het gaat niet alleen om de historische feiten, maar ook hoe je die kritisch kunt afpellen. Over onderwerpen als makerschap bijvoorbeeld. Door het analyseren van scenes leer je informatie te plaatsen. Dat je niet alleen leert wat de maker wilde overbrengen, maar ook dat je die boodschap kritisch kunt onderzoeken. En dat er paralellen zijn met andere conflicten, met dezelfde dilemma’s en vraagstukken. Zo kunnen we misschien bijdragen aan meer mediawijsheid. Dat je bijvoorbeeld leert waarom Jim zijn scenes zo heeft gedraaid en wat het Polygoonjournaal probeerde over te brengen.’ 

Wat denk je, zijn ouderen mediawijzer of jongeren? Asimakopoulos: ‘Ik vind het moeilijk om daar iets over te zeggen. Misschien dat oudere generaties vaker traditionele media blijven gebruiken en gewend zijn daarop te kunnen vertrouwen. Er zijn nu echter veel meer bronnen en beelden en ook nemen jongeren misschien wat vaker nieuws tot zich via (sociale) media waarvan de herkomst niet altijd duidelijk is. Dat maakt het kritisch leren kijken naar bronnen en informatie nog belangrijker dan dat het al was. Nadenken over makerschap, wie een foto, poster of film heeft gemaakt en met welke bedoeling dat is gebeurd is iets waar we ook op ingaan op de Wereld van de Oost.’

Vfonds en het lespakket De Wereld van de Oost

Nederlands-Indië staat dit jaar volop in de belangstelling. Het gaat daarbij niet alleen over de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog, maar ook over de geschiedenissen van de koloniale tijd, de Japanse bezetting, de kampen, de Bersiap. Daarnaast zijn er op deze geschiedenissen verschillende perspectieven, zoals het lot van burgers en dat van militairen die te maken krijgen met wat boven hun hoofden politiek wordt besloten. Vfonds ziet dit ook terug in de vele aanvragen die over dit onderwerp gaan. Bij de film De Oost heeft vfonds geen inhoudelijke of financiële betrokkenheid, wel is het fonds (mede)financier van het lespakket De Wereld van de Oost. Lisette Mattaar is directeur van vfonds en vertelt waarom het fonds het lespakket ondersteunt. ‘Herdenken hoort bij onze collectieve identiteit en dat kan niet met een incompleet verhaal, of het nu gaat over trauma’s van de Tweede Wereldoorlog, Nederlands-Indië, de koloniale tijd, Srebrenica, de Molukkers of de veteranen. Bijzonder is dat de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog een zeer grote impact heeft gehad op het leven van meer dan twee miljoen Nederlanders, terwijl het tegelijkertijd voor velen nog steeds een onbekende oorlog is, een oorlog waar nauwelijks over gepraat werd en die meestal werd verzwegen. Dit educatieve project verschaft kennis over het ontstaan van deze oorlog en belicht het belang van vrijheid in onze tijd. Ons fonds zet zich in voor vrede en vrijheid. Vanuit de lessen getrokken uit oorlog en conflict proberen we bij te dragen aan een sterke democratische rechtsstaat en een vreedzame samenleving. Dit lespakket doet dat precies. Het lespakket vergroot kennis van oorlog en conflict, het vergroot waardering van de democratische rechtsstaat, het vergroot daarnaast de waardering voor veteranen en het vergroot vaardigheden om actief bij te dragen aan de vreedzame samenleving. De Wereld van de Oost laat vanuit verschillende perspectieven zien wat er tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsstrijd tijdens, ervoor en erna is gebeurd en hoe we dat kunnen begrijpen. Het lespakket wil dat mensen het gesprek aangaan waarbij er plaats is voor persoonlijke getuigenissen over oorlog en conflict. Kortom, met dit lespakket worden jongeren meegenomen om op constructieve manier kennis te maken met de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië. Heel belangrijk dat dat gebeurt.’

Gezien de gevoeligheid van het onderwerp Nederlands-Indië, heeft het fonds aanvullende criteria opgesteld waaraan projecten moeten voldoen, zo stelt de directeur van vfonds. Welke zijn dat precies? ‘Ten eerste gaat het daarbij om de aanwezigheid van multiperspectief. Het onderwerp van het project en/of de verhaallijn moet vanuit meerdere oogpunten worden gepresenteerd.  Daarnaast moet er een beschrijving zijn van de gekozen invalshoek. Er is vervolgens een verschil als men een subjectief perspectief wil schetsen, zoals een persoonlijke/familiegeschiedenis of een objectief perspectief, zoals het feitelijke verloop van de geschiedenis te vertellen. Bij aanvragen met een objectief perspectief vragen we de aanvrager te verantwoorden op welk onderzoek of op welke bronnen men het project baseert. Binnen deze objectieve categorie kan vfonds de toevoeging van een disclaimer verplicht stellen. Bij aanvragen met een subjectief perspectief is er meer speelruimte. Vfonds kan evenwel verplicht stellen dat het subjectieve karakter van het project expliciet kenbaar wordt gemaakt aan het brede publiek. Een volgend criterium is de aanwezigheid van een door aanvrager opgestelde risicoanalyse ten aanzien van mogelijke maatschappelijke gevoeligheden. Voor het opstellen van een risicoanalyse levert vfonds een sjabloon-document aan. Als de door aanvrager ingevulde risicoanalyse reële of zelfs zorgwekkende risico’s aanduidt, dan kan vfonds het gesprek met de aanvrager hierover aangaan met als inzet dat een niet aanvaardbaar risico aanleiding kan zijn de aanvraag af te wijzen. Vervolgens vragen we de aanvrager een overzicht van en inzicht in de volledige omvang van het project, programma of de campagne. Soms betreft de aanvraag een project dat feitelijk een deelproject is binnen een groter programma of campagne. Dit is het geval wanneer verschillende deelprojecten in verschillende vormen aan het brede publiek worden gepresenteerd onder dezelfde naam of noemer. In een dergelijk geval ontvangt vfonds het overzicht van en inzicht in het geheel. Ook bovengenoemde risicoanalyse omvat het geheel.In aanvulling op de bestaande vragen over doelgroepen en bereik in het aanvraagformulier vraagt vfonds verder een nadere beschrijving van wie men met het project beoogt te bereiken, met welke boodschap of met welk effect. Ten slotte moet er een beschrijving zijn van samenwerkingsverbanden en partnerschappen. Dit is al vervat in het aanvraagformulier en weegt in dit kader extra zwaar. Het vfonds vraagt een extra uitgebreide beschrijving op dit punt.’