vfonds-slag-om-de-schelde
november 20, 2020
Artikel

Met Zeeuwse ooggetuigen op de set van de speelfilm De Slag om de Schelde

Er zijn nog maar een paar mensen die nog herinneringen hebben aan de slag die belangrijk is geweest naar de bevrijding. Nu zijn er mensen die een film maakten over deze Slag om de Schelde en daarmee vooral een jonge doelgroep willen bereiken. Hoe verhoudt zich het ware verhaal met de fictie? Een gesprek met een ooggetuige en met de makers van de speelfilm. 

Hoe kun je een boeiend verhaal vertellen aan een publiek voor wie de Tweede Wereldoorlog iets is uit een ver en vaak vergeten verleden? Dat was de centrale vraag die producenten Alain de Levita en Mark van Eeuwen bespreken met het vfonds. ‘Het vfonds wilde een film die ook volgende generaties zou aanspreken en bewust maakt hoe het is om al 75 jaar in vrijheid te leven,’ aldus Van Eeuwen, die ook als acteur in de film te zien is. Een behoorlijk uitdaging, zo realiseerde hij zich. Tijdens een briefing voor enkele Zeeuwse ooggetuigen van de Tweede Wereldoorlog die de set bezoeken, vertelt Van Eeuwen dat creatief producent en scriptschrijver Paula van der Oest meer dan twee jaar heeft gewerkt aan het verhaal en daarvoor veel research deed (zie kader). De keuze van jonge acteurs als Jamie Flatters, Susan Radder, Gijs Blom voor de hoofdrollen en Matthijs van Heijningen jr., met een thriller en een horrorfilm op zijn naam, als regisseur is niet toevallig. Van Eeuwen: ‘Hij is de enige in Nederland die zo’n grote spectaculaire film kan maken, omdat hij visueel heel sterk is en daarmee jongeren kan aanspreken.’

De makers begroeten de 86-jarige Han Rozemeijer op de filmset. De Zeeuw was zes toen de oorlog begon, oud genoeg om de oorlog te herinneren. Hij zat net op de katholieke jongensschool van het Zeeuwse IJzendijke toen de oorlog uitbrak. ‘De Duitsers namen onze school in beslag en maakten er een Ortscommandantatur van’, zo weet Han nog precies. ‘Ik heb de hele lagereschooltijd gedwaald tussen achterzaaltjes van cafés en van alles en nog wat. Er was wel een katholieke meisjesschool, maar no way dat je daar in die tijd als jongen welkom was.’ De vader van de jonge Han was huisarts en als er geen school was, mocht zoonlief mee de rondjes rijden langs de patiënten in Zeeuw-Vlaanderen, soms tot over de grens. Die ritjes over de grens doen denken aan een spannend jongensboek. ‘Die patiëntenbezoeken over de grens kwamen handig van pas, want mijn vader was actief voor het verzet. Omdat hij als arts alle reden had om over de grens te gaan, kon hij geallieerde piloten die neergestort waren in Zeeland meesmokkelen. Die werden door het Belgische verzet verder begeleid naar Frankijk.’

Han vertelt
‘Die patiëntenbezoeken over de grens kwamen handig van pas, want mijn vader was actief voor het verzet

Bombardementen

Kort voor het einde van de oorlog werd de auto door de in het nauw geraakte Duitsers gevorderd, herinnert Rozemeijer zich. ‘Maar een boer heeft hem in veiligheid gebracht toen hij onklaar geraakt was. Na de oorlog kon mijn vader hem weer ophalen.’ De bezoekjes aan de patiënten werden vanaf dat moment met de motorfiets gedaan en nadat deze ook werd afgepakt, mocht de scholier met zijn vader samen op de fiets de rondjes rijden. Rond 6 oktober 1944 werd de situatie grimmiger. ‘De bombardementen begonnen en we lagen bijna constant onder vuur. De Canadezen schoten van achter het Leopoldskanaal op de dorpen waar de Duitsers nog zaten. We schuilden doodsbang in de kelder onder de schuur bij ons achter. Buiten was het levensgevaarlijk.’ Zijn vader zag Han niet meer, die was dag en nacht actief in een noodhospitaal. ‘Als je foto’s ziet van IJzendijke in die tijd, dan zie je hoe verwoest het was.’


Spannende momenten braken ook aan toen de jongere zus van Han, in al haar onschuld, de Duitsers, wilde wijzen op een geheime voorraad brandstof die hun vader had aangelegd. ‘Gelukkig begreep die Duitser haar niet,’ zo herinnert Han zich. ‘Er werd ook een Duitser bij ons ingekwartierd, terwijl er tegelijkertijd bij ons op zolder een onderduiker voor de Arbeitseinsatz schuilde. Dat was een angstige periode.’ De bevrijding van de Duitsers kwam dan ook als geroepen voor de toen elfjarige Han. ‘Dat schieten hield plotseling op en dat voelde geweldig’, zo weet Han nog goed. ‘Ik was dolblij! Alleen jammer dat de flessen wijn, die mijn vader speciaal had verstopt, door de Canadezen al waren gevonden en soldaat gemaakt.’

Vliegen boven brandhaarden

Dat er een film over de Slag om de Schelde wordt gemaakt, juicht Han Rozemeijer toe. ‘Ik heb me altijd verbaasd over het feit dat alle aandacht uitging naar Market Garden. Dat was een grote flop. De Slag om de Schelde is altijd ondergesneeuwd, dus ik ben blij dat er nu aandacht aan wordt besteed. Jongere generaties weten hier weinig van.’ Dat geldt niet voor zijn eveneens op de set aanwezige zoon Joost (48). ‘Mijn opa vertelde me over de oorlog als ik daar logeerde. Bijvoorbeeld hoe een gewapende militair in burger met hem meereed als hij een geallieerde piloot over de grens smokkelde, om in te grijpen als ze gesnapt werden.’ Zelf is Joost piloot geworden en vliegt intercontinentaal, ook boven brandhaarden als Irak en Afghanistan. Joost: ‘Je weet als je daar naar beneden gaat dat je een probleem hebt. Ik besef heel goed hoe kostbaar onze vrijheid is, dat je hier alles kunt doen en kunt zeggen. Bewustwording bij de huidige jeugd is enorm belangrijk. Want als je het nooit aan den lijve hebt kunnen voelen hoe het is, is dat best moeilijk. Een film als deze kan daar heel goed aan bijdragen.’

Dit is een artikel uit het vmagazine. De Slag om de Schelde draait vanaf 17 december 2020 in de Nederlandse bioscopen.

Interview Fred Lardenoye
Foto’s: Mulder Fotografie | Mark de Blok